Tips voor Natuurfotografie
BEGINNERS
Voor natuurfotografie is het belangrijk dat je de goede spullen bij de hand hebt. Als beginner hoef je natuurlijk niet gelijk een camera met een enorme lens erop te hebben. Voor beginners is het handig om eerst klein te beginnen. Gewoon met een compact camera of een eenvoudige spiegelreflex. Als beginner moet je een camera hebben van ongeveer minimaal 14 megapixels. Als je gaat fotograferen is het ook heel belangrijk dat je je camera goed stil houd. Daar kan een statief je goed bij helpen. Als je wild wil fotograferen is het van groot belang dat je goed beschut bent. Je hoeft natuurlijk niet perse een heel camouflage pak aan te trekken en jezelf helemaal vol schminken. Maar het is wel belangrijk dat je het wild niet afschrikt. Een groene of bruine trui is al genoeg om niet al te opvallend te zijn.
zO MOET HET DUS NIET !
Maak geen onverwachte bewegingen en geluiden
Dieren schrikken vaak van plotselinge bewegingen en geluiden. Wanneer je een dier rustig benadert, is de kans veel groter dat het je niet als een bedreiging ziet, waardoor het gewoon doorgaat waar het mee bezig is. Dit geeft jou de mogelijkheid om het dier te observeren.
Loop niet direct op een dier af
Het hangt erg af van de soort die je probeert te benaderen, maar het kan helpen om niet direct op het dier of de groep met dieren af te lopen. Met een zigzaggende beweging val je minder op. En andere soorten zijn zo schuw dat een schuilhut een beter idee is.
Houd rekening met de windrichting
Dieren die kunnen ruiken en herkennen mensen aan hun geur. Dit kan deze dieren afschrikken. Benader dieren die goed kunnen ruiken daarom tegen de wind in. Op die manier ruiken en horen ze je niet.
Val zo min mogelijk op
Bij sommige diersoorten is het belangrijk dat je kleding draagt die zo veel mogelijk lijkt op de kleuren en structuren van de omgeving. Dieren kunnen vaak goed contrasten herkennen. Ook herkennen ze de menselijke gestalte en lichte huidskleur. Bedek daarom je handen en gezicht.
Maak je klein
Wanneer je rechtop staat, ben je voor sommige dieren heel groot. Door je klein te maken, kom je op ooghoogte met de dieren en ben je daardoor minder bedreigend. Bovendien val je zo veel minder op.
Kijk het dier niet recht in de ogen
Sommige dieren kunnen heel agressief reageren, wanneer je ze recht in de ogen aankijkt. Kijk daarom naar een ander punt of kijk door de zoeker van je camera, dan voelen ze zich niet aangevallen.
Gebruik een telelens of verrekijker
Sommige dieren kun je (in een bepaald seizoen) beter helemaal niet van dichtbij naderen. Bijvoorbeeld wanneer ze rusten en op krachten komen voor de volgende jacht. Gebruik in zo’n geval een (super)telelens en/of teleconverters om de dieren te fotograferen, of bekijk ze met een verrekijker.
Leer het dier kennen
Ga je een specifiek dier fotograferen? Leer dit dier dan kennen. Als je de mogelijkheid hebt om vaker terug te komen, kun je het gedrag zelf bestuderen. Daarnaast kun je natuurlijk informatie opzoeken op internet. Zo leer je wanneer het dier slaapt, jaagt, eet, etc. en kun je hierop anticiperen.
Let op het gedrag van de dieren
Door het gedrag van de dieren te kennen, kun je ze vaak veel dichter naderen, of hen jou laten benaderen. Let in ieder geval altijd goed op het gedrag van de dieren. Lijken ze bang voor je te zijn? Laat ze dan met rust en trek je rustig weer terug. Het laatste dat je wilt, is de dieren verstoren.
TIPS OM MOOIE PLAATJES TE SCHIETEN!
Geduld
Bij natuurfotografie zal je veel moeten observeren. Je hebt een mooi plekje gevonden dat je graag wilt fotograferen, maar het juiste licht ontbreekt. Je wilt een zwijn met haar kleintjes vastleggen, maar moeder kijkt steeds de verkeerde kant op. Natuurfotografen hebben vaak een lange adem nodig. Soms zul je gewoonweg moeten wachten, soms kun je beter later terugkomen voor een goede foto. Net zo belangrijk als geduld is respect voor de natuur. Zit er een tak in de weg? Zoek een andere hoek, maar laat de tak heel.
Fotografeer op een statief
Natuurlijk kun je mooie plaatjes schieten zonder statief, maar in het geval van landschapsfoto’s kun je eigenlijk echt niet zonder. Waarom? Zij geloven Het warme licht en de zachte schaduwen van de zons op/onder gang laten een landschap goed tot hun recht komen. Maar omdat je met weinig licht foto’s maakt, moet dit met een lange sluitertijd wat gemakkelijk leidt tot onscherpte. Een statief is hierbij dus echt noodzakelijk.
Bekijk je onderwerp vanuit verschillende hoeken
Gebruik je een statief? Zet deze dan pas op wanneer je een interessante hoek hebt gevonden. Als je gelijk een foto maakt zodra je die mooie berg in je vizier hebt, is de kans namelijk groot dat heel veel andere mensen precies dezelfde foto als jij hebben gemaakt. Dat is natuurlijk niet erg, maar wie meer wil in de fotografie zal altijd moeten proberen om interessante en opvallende foto’s te maken om zich te onderscheiden van de rest.
Zorg altijd voor een onderwerp
Bedenk voordat je een landschapsfoto maakt altijd eerst wat het onderwerp van je foto is. Is het een ooievaarsnest, dat leuke oude huisje in de verte of die vuurtoren? Elke landschapsfoto heeft een onderwerp nodig waar je oog naartoe wordt geleid. Zonder duidelijk onderwerp kun je ook niet voor een goede compositiezorgen.
Profiteer van een bewolkte dag
Een grijze, bewolkte dag nodigt vaak niet uit om naar buiten te gaan en eens lekker te fotograferen. Toch kun je op zo’n dag juist hele mooie foto’s maken. Je moet alleen even weten waar je je op moet focussen. Zo kun je bloemen het beste fotograferen op een bewolkte dag. Maar ook mensen komen beter tot hun recht omdat het licht natuurlijk is en je geen last hebt van harde schaduwen. Wil je een landschap fotograferen? Zorg gewoon dat er zo weinig mogelijk lucht op de foto staat, maar focus je op het landschap. Profiteer van een bewolkte dag!
Focus je op bloemen
Bewolkte dagen lenen zich goed voor het fotograferen van bloemen omdat de rijke kleuren zo goed tot hun recht komen en je geen last hebt van harde schaduwen. Schijnt de zon? Ga door je knieën en probeer een bloem zodanig te fotograferen dat deze van achteren door de zon wordt belicht. Het zonlicht schijnt zo door de doorzichtige blaadjes en dit geeft een prachtig effect. Bij het fotograferen van bloemen wordt vaak gesproken over macrofotografie. De meeste camera’s hebben standaard een macro stand, vaak aangetoond met een tulpje. Bijna een ‘bloemenstand’ dus, maar natuurlijk kun je ook andere onderwerpen met deze instelling fotograferen.
Maak de mooiste dierenfoto’s
Er bestaat altijd de kans dat je tijdens een boswandeling oog in oog komt te staan met een hert of dat er een vos voor je neus staat. Je kan natuurlijk naar een dierenpark gaan, maar de uitdaging is om echt in de natuur wild te fotograferen. Focus vooral op het dier zelf stel daarop scherp. Het is niet erg als de rest van je foto vaag is. Geef het dier ook altijd een beetje ruimte in zijn kijk- of looprichting. Zo krijg je het idee dat het beest elk moment weg kan hollen. Hierbij komt de regel van de 3e in terug. Dit brengt je foto tot leven!
Regel van de derden
Als je kijkt naar foto’s van professionele fotografen, dan zul je zien dat de onderwerpen vaak op 1/3e of 2/3e van de foto geplaatst zijn. Dit is expres zo gedaan en heet de “regel van derden”. Zo werkt het: teken in gedachten een boter kaas en eieren speelveld over je beeld heen (twee lijnen verticaal en twee horizontaal op gelijke afstand) en probeer het onderwerp op of dicht bij één van de vier snijpunten te plaatsen. Als je gebruik maakt van deze regel ervaart het menselijk oog de foto als meer gebalanceerd en natuurlijker.
Maak jouw eigen website met JouwWeb